Een beetje oneerbiedig zouden we de Gallardo de opvolger van de Jalpa kunnen noemen, een doorontwikkeling van de Silhouette die als ‘betaalbare Lamborghini’ voor behoorlijke verkoopcijfers had moeten zorgen. Een toonbeeld van Italiaanse designpassie was de Jalpa dan weer niet, een groot succes evenmin. Na 1988 was het gedaan met deze typische jaren 80 supercar. Tien jaar geleden durfden de Italianen met de VAG-groep aan het roer het weer opnieuw.
We werden niet teleurgesteld. We maakten kennis met een kanariegele Gallardo die ons met z’n jankende V10 rillingen op de rug bezorgde. 500 pk, vierwielaandrijving… en een van een Audi V8 afgeleide tiencilinder. Auw, de puristen waren niet zo tevreden, maar het geluid van het brok geweld maakte alles goed. Lamborghini had zijn pijlen gericht op de Porsche 911 en Ferrari 360, allebei exoten die in theorie geschikt waren voor dagelijks gebruik.
Met zijn vierwielaandrijving wist de jongste telg uit Sant’Agata voor bakken met grip te zorgen. Volgas en met de naald van de toerenteller richting de 8.000 toeren viel er gelukkig nog behoorlijk te spelen in de baby-Lamborghini. Wegens praktische overwegingen kreeg de Gallardo geen vleugeldeuren, maar dat mocht de pret niet drukken, zoals een echte exoot betaamd zat hij gelukkig nog vol met heerlijke onhebbelijkheden. Een extreem kleine kofferruimte, bedieningsknopjes ontleend aan huis-tuin-en-keuken-Audi’s, je moest het voor lief nemen. Ach, als je met maximaal 305 km/h over het asfalt schoot was dat het laatste waar je je druk om maakte.
Uiteraard werd ook Lambo’s kleinste ontdaan van z’n dak. Het resultaat was de Spyder, een zonnige Italiaan waar we eind 2006 al even aan mochten snuffelen. Inmiddels waren we al wat aan de Gallardo gewend, en eigenlijk vonden we het wat jammer dat hij er gemener uitzag dan hij werkelijk was. “Vuile streken zijn deze Italiaan vreemd”, schreven we. Een nadeel? Nee, we doopten de Gallardo ‘subliem in alle opzichten’ en met z’n ‘ragscherpe besturing’ en ‘oogstrelende uiterlijk’ konden we ons bijna geen fijnere supercar voorstellen.
In 2007 parkeerden we drie Duitse pk-beulen recht tegenover elkaar. De Porsche 911 en Audi R8 mochten hun tanden zetten in de Italiaanse schone, en deden dat met plezier. Audi wist met de R8 een nóg beter toegankelijke sportwagen neer te zetten die helaas wat van z’n scherpte inleverde. Wat stuurgenot betreft zegevierde de heilige driecijfer-combinatie, maar puur wat beleving betreft bleef de Gallardo onovertroffen, al hing daar met 212.000 euro een wel heel stevig prijskaartje aan.
De laatste jaren hebben we de Gallardo in diverse actiejassen gezien. Her en der kwamen er wat pk’tjes bij en in 2008 werd hij nog even gefacelift. Hoogtepuntjes tussendoor? Naast beangstigende achterwielaangedreven versies onbetwist de spijkerharde Superleggera, die 100 kilo verloor en wat pk’tjes won. Spijkerhard, extreem en verschrikkelijk begerenswaardig. In 2013, tien jaar na zijn presentatie, viel het doek en werd de laatste van 14.022 Gallardo’s gebouwd. Daarmee is het één van de succesvolste supercars ooit. Door de introductie van de Gallardo groeide de jaarproductie van Lamborghini van 250 naar 2.000 stuks per jaar. Een maand na de productiestop wisten we alles van zijn opvolger, de Huracán, waarvoor volgend jaar het doek valt.