Om te beginnen is de brandstofcel ouder dan de auto zelf. Al in 1838 merkt de Zwitserse natuur- en scheikundige Christian Friedrich Schönbein dat wanneer hij langs twee in zoutzuur gedompelde platina draden waterstof en zuurstof laat stromen er tussen de twee draden een elektrisch spanningsverschil ontstaat. Hiermee heeft Schönbein het principe van de brandstofcel ontdekt. Het zal nog tot 1958 duren voordat tractorfabrikant Allis-Chalmers de D12 demonstreert, een elektrische tractor met een 15 kW alkaline brandstofcelpakket. Dit uit 1.008 cellen opgebouwde pakket werkt overigens niet met waterstof maar met propaan (C3H8). Propaan is namelijk rijk aan waterstof maar makkelijker te hanteren dan pure waterstof, alleen bevat het helaas ook koolstof, wat de cellen vergiftigt.
Auto-industrie haakt met waterstof aan bij ruimtevaart
Om de eerste man op de maan te kunnen brengen, moeten de astronauten langere tijd in de ruimte verblijven, om te beginnen meer dan een week. Dit stelt specifieke eisen aan bijvoorbeeld de elektriciteitsvoorziening aan boord van de ruimtecapsules. Accu’s blijken niet toereikend en wanneer de NASA op 21 augustus 1965 de Gemini 5 lanceert, is deze voorzien van brandstofcellen. Het zijn de dagen dat heel Amerika in de ban van de ruimtevaart lijkt, overal vinden we het space-age futurisme in terug. Niet alleen in films en op tv, ook de auto-industrie haakt aan. Stuk voor stuk komen de autobouwers met studies die niet zouden misstaan in Star Trek. En het blijft in Detroit niet alleen bij uiterlijk vertoon. Chrysler experimenteert met turbinemotoren en laat in 1963 bij autocouturier Ghia in Italië zelfs een kleine serie van 50 stuks bouwen die ook daadwerkelijk aan een groep geselecteerde klanten wordt uitgeleverd, ter evaluatie.
GM legde met GMC Handivan basis voor waterstofauto
Ook bij GM is de ruimtevaarttechniek in zwang. Alleen geen rakettechniek zoals bij Chrysler, maar wel de brandstofcel. De basis voor de waterstofauto is een stuk minder sexy en stoer: de GMC Handivan, een sullig bestelbusje. Met 200 man (het mag wat kosten) wordt in twee jaar tijd de Electrovan ontwikkeld.
Het karretje zal in oktober 1966 uiteindelijk één ritje maken, over het GM-terrein. De meerijdende ingenieurs (vanwege de complexiteit mag niemand anders er mee rijden) worden horendol van de klikkende en klakkende relais’, want elektronica is er in die dagen nog niet bij. Maar goed, het doel is bereikt. Rijden op waterstof is mogelijk en daarmee krijgt deze auto een enkeltje naar de vergetelheid.
Mercedes-Benz in 1994 met de MB 100 op waterstof
Het busje van GM is zo ver weg gestopt dat wanneer Mercedes-Benz in 1994 op de proppen komt met een brandstofcelauto, de Duitsers claimen dat ze de eerste zijn. Pas wanneer de Electrovan onder het stof vandaan getrokken wordt, blijkt dat het anders zit. Het Duitse project met de evenmin sexy MB100-bestelbus is echter wel de serieuze aftrap voor de huidige generatie waterstofauto’s. GM laat pas in 2000 weer wat van zich horen met de waterstof Opel Zafira Hydrogen1.