Tatra 97 (1936)
Ferdinand Porsche en Tatra-ingenieur Hans Ledwinka waren goede bekenden van elkaar. Of Porsche de Tatra 97 met zijn luchtgekoelde viercilinderboxermotor achter de achteras daadwerkelijk gebruikt heeft als inspiratie voor de VW Kever blijft echter ongewis.
Jowett Javelin (1947)
Niemand kan het Engelse Jowett betichten het Tatra 97-platform te hebben gekopieerd: de Javelin heeft zijn watergekoelde viercilinderboxermotor juist helemaal vóór de vooras liggen. De koelradiator staat achter de motor, pal voor het schutbord.
Tucker 48 (1948)
De 5,5-liter zescilinder boxermotor in de Tucker 48 wordt oorspronkelijk gebruikt in helikopters. In de lucht komt de motor beter tot zijn recht dan achterin de Tucker: na slechts 51 auto’s valt het doek.
Chevrolet Corvair (1960)
Als antwoord op compacte importmodellen komt Chevrolet met de Corvair. Zijn 2,2-liter zescilinder boxer achterin geeft hem samen met de pendelasconstructie een voor velen onvoorspelbaar weggedrag en daaruit voortkomend een dubieuze reputatie.
Citroën GS/GSA (1970)
Na decennia tweecilinderboxers komt Citroën in 1970 in de compleet nieuwe GS met een vierpitter. Die viercilinder vindt vanaf 1972 tevens zijn weg in de Ami. In 1984 verschijnt de Axel met de viercilinder uit de GSA. En vergeet natuurlijk ook niet de Eend en de Méhari, met hun tweecilinder boxer.
Lancia Gamma (1976)
De viercilinderboxermotor in de Gamma is een erfenis van de Flavia. Hoewel er in 1980 een variant verschijnt met elektronische benzine-injectie lijken de dagen van de boxer bij Lancia geteld, zijn opvolger, de Thema, krijgt alleen lijn- en V-motoren.
Alfa Romeo 145 (1994)
Als opvolgers van de 33 (die weer de Alfasud met boxermotoren opvolgde) krijgen de Alfa’s 145 en 146 aanvankelijk over een in lengte geplaatste viercilinder boxermotor. Bij de grote facelift in 1997 maakt die plaats voor een dwarsgeplaatste lijnmotor. Einde van een tijdperk.
Dit zijn enkele voorbeelden van boxermotoren bij diverse merken, het zijn ze niet allemaal.