Test: Lotus Eletre – zwaarlijvig maar lichtvoetig

Een elektrische SUV, hoeveel Lotus zit er nog in de Eletre?
Dat Lotus zijn historie koestert, komt in de Eletre vrijwel overal tot uiting. Open het voorportier en op de B-stijl prijkt een plaatje met het jaartal 1948 en een grote C met daarin de letters AcB. Die staan voor Anthony Colin Bruce Chapman, die 75 jaar geleden zijn eerste auto bouwde. Twaalf jaar later behaalde Stirling Moss zijn eerste zege in de F1 ­achter het stuur van een Lotus. Chapman overleed in 1982; Lotus ging diverse keren over in andere handen en valt sinds 2017 onder de vlag van Geely. Ja, de Eletre wordt in China gebouwd, maar is voor het grootste deel in Europa ontwikkeld.
Hoe maken ze van zo’n zware elektrische SUV qua gevoel een Lotus?
Kernbegrippen voor Lotus zijn een laag gewicht en goede aerodynamica. We hoeven niet uit te leggen dat een 5,10 meter lange, elektrische SUV met twee motoren en een 112 kWh metend accupakket een zwaar­lijvig type is. Maar goed, de Esprit woog destijds drie keer zoveel als de MKI, de ­eerste Lotus. Een flinke uitdaging voor de technici om van de Eletre alsnog een enigszins speels aanvoelende auto te maken, maar anno 2023 beschikken zij over meer middelen dan hun voorgangers van jaren her. Zoals ­computergestuurde vering en ­actieve ­stabilisatoren. En niet te vergeten de ­gruwelijke krachtige elektromotoren.
Hoe rijdt de Lotus Eletre?
We rijden in de omgeving van Oslo door het wonderschone Noorse landschap. Met enorm veel uitdagende, bochtige wegen, maar ook met hoge boetes voor snelheidsovertredingen. Goed uitkijken dus en vooral genieten van het sturen, niet van extreem hoge snelheden. DownforceDe Eletre die we meekrijgen is een S met het optionele Lotus Dynamic Handling Pack (€ 6.600), dat bestaat uit actieve ­stabilisatoren en meesturende achterwielen en dat standaard is op de R.
Geen moment is de zware Eletre zo speels en lichtvoetig als de Elise, maar de combinatie van precieze, directe besturing en een koets die niet helt of duikt maakt hem tot een bovengemiddeld fijn sturende SUV. De fikse lappen rubber in de maat 22 inch (315 achter, 275 voor) bezorgen de Lotus veel grip en uiteindelijk in eerste instantie wat onderstuur. Maar dat is pas bij snelheden die overeenkomen met boetes ter hoogte van duizend euro en meer.
Wat maakt de Eletre behalve dat het de eerste elektrische Lotus is nog meer bijzonder?
Er is ook veel werk gemaakt van de aerodynamica. Dat zie je niet alleen, een expert van Lotus geeft tekst en uitleg over de effectiviteit ervan. Onder in het front zitten luchtinlaten die dicht kunnen. Verder zien we in het front, de wielkasten, de spatborden, de D-stijl en de achterkant sleuven (air ducts) om de luchtstroom te optimaliseren en om zoveel mogelijk downforce te genereren.
Op het achterdek heeft de Eletre een uitschuifbare spoiler, die in drie posities kan. Bij 110 km/h laat hij zich voor het eerst zien en optimaliseert dan de luchtstroom. Bij 160 km/h steekt hij zijn nek iets verder uit en zorgt dan voor 112 kg downforce. Dan is er nog een derde positie, waarin de spoiler als remhulp functioneert.
De carrosserie heeft nog meer uitschuifbare gadgets: de lidar-sensoren. Boven beide voorwielen en in het dak, ongeveer ter hoogte van de binnenspiegel. Die komen naar buiten zodra je de rijhulpsystemen ­activeert, terwijl Nio een paar bulten boven de voorruit heeft met daarin de lidars. Het inschakelen van de adaptieve cruisecontrol is even zoeken, de verchroomde knopjes op het stuur (desgewenst in goudkleur) laten zich niet simpel bedienen.

Nu we toch binnen zijn: het interieur is mooi en met aandacht voor detail vorm­gegeven. Centraal op het dashboard staat een 15,1-inch OLED-scherm met een hoge resolutie. Alle menu’s in het infotainmentsysteem laten zich gemakkelijk vinden en achter het stuur is een klein scherm met alle relevante info voor de bestuurder. Aan de passagierszijde zit een soortgelijk scherm, maar daarmee is alleen de audio te zien en deels te bedienen. Het geluid komt via vijftien speakers en Dolby Atmos (in de S 23) van het van oorsprong Britse merk Kef naar je oren en is van absolute topklasse.
Hoe snel is de Lotus Eletre?
We kunnen op de start- en landingsbaan van een klein vliegveld spelen met de Eletre R. Er is een slalomparcours uitgezet en op het andere deel van de bijna oneindige asfaltstrip is er alle ruimte voor een acceleratietest. Belangrijk verschil van de R met de andere twee versies is niet alleen het vermogen, maar ook de tweetraps transmissie op de achterste motor, zoals de Porsche Taycan ook heeft. Dat maakt hem met name op de sprint vanuit stilstand sneller, want van 80 naar 120 km/h scheelt het slechts 0,1 seconde. De slalom is eigenlijk meer een bochtenparcours, bedoeld om de lastwissel van links naar rechts te ervaren. Doordat de koets niet overhelt, voelt het alsof de zware Lotus met het grootste ­gemak met zich laat gooien en smijten.
De (optionele) keramische remschijven ­krijgen het flink te verduren, vooral als we even later na de 0-160 km/h tot bijna stilstand moeten remmen. Met de launch ­control is die sprint kinderspel: linkervoet op de rem, je rechtervoet drukt het stroompedaal in het fraaie tapijt, rem los en je wordt gelanceerd. Dat herhalen we in de track-modus (die heeft alleen de R); dan is hij nóg een tandje sneller. Leuk, voor een keer, maar aan die 603 pk heb je ook meer dan voldoende.
Wat kost de Lotus Eletre?
Met een vanafprijs van net geen ton is de Eletre relatief goedkoop, vergeleken met een Audi SQ8 e-tron, BMW iX xDrive 50 of Mercedes EQS SUV, terwijl het imago zich kan meten met auto’s als de Lamborghini Urus, de Aston Martin DBX en misschien ook wel de Ferrari Purosangue. Helaas biedt het basismodel nauwelijks optie­mogelijkheden, dus kom je alsnog bij de S uit, die start bij € 124.090. Hoe dan ook, Chapman hoeft zich wat ons betreft niet in zijn graf om te draaien.

Lees hier het gehele bericht