Een sterkere band tussen mens en auto creëren is het doel van Dee. Tevens heeft BMW het gebruik van kleurveranderingstechnologie verfijnd. Na de iX Flow met E Ink, die enkel van zwart naar wit kon veranderen, kan de i Vision Dee haar exterieur samenstellen uit 32 kleuren. Het carrosserieoppervlak is verdeeld in 240 lasergesneden, afzonderlijk aangestuurde E Ink-segmenten. Je kunt een verscheidenheid aan patronen genereren.
Over het gewicht van de displays en aansturende randapparatuur, voor een elektrische auto van groot belang, zwijgt BMW in alle toonaarden. En niemand weet wat we aan de displaybody hebben of wie erop zit te wachten. De marketing- en designmachine van BMW lijkt zich vooral te richten op shockeren (XM en iX!) en viral gaan op sociale media. Het neerzetten van een relevante toekomstvisie en klantbehoud is klaarblijkelijk onbelangrijk.
BMW iX Flow
De digitale Dee-ervaring begint buiten het voertuig, met een gepersonaliseerd welkomstscenario dat grafische elementen, licht- en geluidseffecten combineert. De koplampen en de gesloten BMW-nierengrille vormen een ‘fygitaal’ – aldus de marketinggoeroes. Een combinatie van fysiek en digitaal, waardoor het voertuig verschillende gezichtsuitdrukkingen kan produceren.
Een dikke twintig jaar geleden paste Toyota op de Pod concept car in 2001 een soortgelijk idee toe. Oud en slecht nieuws, dus. Het zo plat uiten van ‘emoties’ op een autogelaat kunnen we scharen onder de term ‘droevige oppervlakkigheid’. Kenmerkend voor het designleiderschapsprobleem bij BMW.
Toyota Pod
Het ontwerp van i Vision Dee is luidens het BMW-persbericht bewust teruggebracht om de aandacht te vestigen op de digitale ervaring en het merk-DNA. Het exterieur wordt bepaald door het drie-box-sedandesign. De eerste reactie is wellicht dat Dee daardoor beter oogt dan de brutalistische XM en iX. Het merk offerde daarmee, en met vrijwel de gehele huidige BMW-line-up, ontegenzeggelijk de identiteit op die zijn auto’s de afgelopen decennia – terecht – zo populair maakte. Maar de eenvoudige proporties van de Dee zijn dermate onbezonnen dat het ontwerp simplistisch wordt. Dee oogt naïef.
Er is grote moeite in een onnodige technologie-gimmick geïnvesteerd. Geplakt op een body die wellicht iets weg heeft van een klassieke BMW, maar er ook uit kan zien als een jaren-70-Alfa. De visie achter de technologie is flinterdun. De digitale laag is niet meer dan een slimme afleiding van wat een redelijk geproportioneerde, zeer generieke sedan is.
Er zijn goede manieren om aan minimalisme te doen, met binnen het BMW-portfolio legio uitstekende voorbeelden. Het probleem met Dee is dat er in het geheel geen kenmerken of lijnen meer te zien zijn, op een extreem uitgerekte grille en – hulde, vooruit – een Hofmeister-knik. Door gebrek aan bewogenheid en identiteit is Dee oninteressant en dus allesbehalve emotioneel. Hij staat diametraal tegenover wat BMW beweert dat het ontwerp doet.
Sublieme esthetiek, innovatieve sculptuurcontrole, perfecte proporties en conceptuele diepgang waren ooit kenmerken van BMW. Denk aan de i3, i8, GINA Concept, Z4 en Z8. Of de uitzonderlijk emotionele surfacing van de 1-Series M Coupé, Mille Miglia Coupé Concept en M1 Concept. Dee kan niet in de schaduw staan van deze baanbrekende BMW-ontwerpen.
(Tekst gaat verder na foto’s van respectievelijk BMW Gina, 1M, M1 concept, Mille Miglia en Z8)
BMW M1 Concept uit 2008
Elektrische aandrijving en digitalisering kan een nieuwe kans zijn voor autodesign. Daar heeft BMW een punt. Echter, een BMW moet prikkelen. Niet op de XM-manier, maar zoals Chris Bangle dat deed. Hij haalde BMW uit het slop, bracht het daar waar het zijn moest: in het veld van opwindende dynamiek, stimulerende sportiviteit en vurige karakters.
De Digital Emotional Experience is allesbehalve de ultieme rijmachine, het is een platte marketinghype. Bring back Bangle!