Highlights
Elektrisch, voorwielaangedreven
Sportieve retro Renault 5
Eerste van drie nieuwe Alpines
Productiemodel komt volgend jaar
Als donderslag bij heldere hemel verscheen begin 2021 ineens een spetterende conceptuele retroversie van de Renault 5. Een vooruitblik op een gloednieuwe compacte elektrische Renault met een historisch verantwoord koetswerk. Volgend jaar is het zover, dan verschijnt het productiemodel, dat behalve met zijn guitige uiterlijk ook prijstechnisch moet gaan overtuigen. De nieuwe R5 wordt goedkoper dan de Zoe én dan zijn directe concurrenten, zoals de Peugeot e-208 en Opel Corsa-e. Om de kosten te drukken heeft Renault voor de nieuwe CMF-B-EV geheten basis 70 procent van de onderdelen van de CMF-B-basis van onder meer de Renault Clio gebruikt. Ook zal de R5 voor een EV bescheiden maar ongetwijfeld voldoende hardware meekrijgen. Een volbloed budget-EV zoals bijvoorbeeld de Dacia Spring wordt het echter zeker niet en dat zet Alpine nu kracht bij door op spectaculaire wijze met de herboren R5 aan de haal te gaan.
Alpine A290_B
De Fransen noemen hun kijk op de nieuwe R5 de A290_B, met de B (of eigenlijk de β) van bèta. Een conceptauto en dus de bètaversie van de A290, zo moet je het zien. Hoewel nog onbevestigd, gaan we er dus vanuit dat de productieversie naar de naam Alpine A290 luistert. Vanwaar die naam? Het is toch een Renault 5? Nou, zo kijkt Alpine er niet naar. Dat ziet het vooral als een eigen model en hangt er een eigen naam aan. “Een A met drie nummers, dat hoort historisch gezien bij Alpine”, legt Sovany Ang, medeverantwoordelijk voor Product Performance bij Alpine, uit aan onder meer AutoWeek bij de presentatie van de A290_B. Ang vertelt dat de 2 de grootte van de auto aanduidt, waar de 90 aangeeft dat het een ‘lifestyle vehicle’ is. Zo geeft de 10 in A110 aan dat het een sportauto is. Volgens die aanpak zou dus de reeds aangekondigde ‘GT X-Over’, naast de A290 en volgende A110 het derde nieuwe model van Alpine, wellicht A390 of A490 gaan heten.
Maar goed, terug naar de Alpine A290_B. Hoe graag Alpine het ook als een geheel eigen creatie wil neerzetten, het is overduidelijk dat de retro R5 de basis vormt. Wel heeft Alpine er van top tot teen zijn eigen sausje overheen gegoten en dat geldt al helemaal voor het interieur. Daarover straks meer, eerst de buitenkant.
Oog voor detail
De sportieve aankleding komt op allerlei manieren terug. Aan de voorkant zorgen onder meer de verstralers en koplampen daarvoor. Die zijn alle vier deels afgeplakt, een knipoog naar de rallysport volgens Alpine. Tussen de lampen geen ‘Renault-wybertje’ zoals op de R5, hier staat de merknaam Alpine groot uitgeschreven. Op de hoeken van het front zitten twee vrij forse luchtinlaten die de rijwind via een gat in het koetswerk deels doorlaten naar de voorwielen. Wielen die overigens een stukje verder uitsteken dan bij de R5; de Alpine A290_B heeft een iets bredere wielbasis. Dat wordt verder geaccentueerd door de wielkastverbreders, opgetrokken uit speciaal koolstofvezel dat is gemixt met blauwe accenten.
Datzelfde materiaal tref je onder aan de auto op de voorbumper, langs de flanken en onder aan de kont. Net voor de achterwielen zien we twee sleuven in de koets die duidelijk verwijzen naar de koelopeningen van de Renault 5 Turbo. Achter de bovenste zit een knop verborgen waarmee je het bestuurdersportier opent. Aan de achterkant is Alpine net als vooraan aardig zijn eigen weg gegaan. Er zitten totaal andere achterlichten in dan we op de R5 Prototype zagen, de streep ledverlichting die ze aan elkaar knoopt heeft plaatsgemaakt voor een klein spoilertje en onderaan het achterste zit uiteraard een dik diffuser-achtig element. Niet te missen is verder de dakspoiler, ook weer een subtiele knipoog naar de R5 Turbo.
Alpine heeft van voren tot achteren bijzondere details verwerkt in de A290_B. Zo zitten er voor de luchtinlaten aan de voorkant blauwe knipperlichten waarin de namen van Alpine’s F1-coureurs staan. Gasly bij het rechter knipperlicht, Ocon links. De centrale wielmoeren van de opvallende lichtmetalen wielen verwijzen uiteraard ook naar de racerij, de led-elementen in de achterlichtunits moeten doen denken aan de lichten in de achtervleugel van de moderne Formule 1-auto’s. In het koolstofvezeldeel van de achterbumper tref je twee ronde units die van een afstandje doen denken aan uitlaateinden. Die heeft de elektrische Alpine A290_B uiteraard niet, het zijn koelventilatoren zoals je die op een gaming-PC wel eens tegenkomt. Verder zitten op onder meer de ramen stickers met een soort bergvormpje, dat is een verwijzing naar de oorsprong van Alpine. Oprichter Jean Rédélé wilde auto’s maken waarmee je lekker door de Alpen kon knallen. De witte basiskleur van de Alpine A290_B verwijst naar de sneeuw in de Alpen, terwijl het zwart de stad vertegenwoordigd, want de A290 zal immers vaak toch vooral zijn mannetje in de stad moeten zien te staan.
Bestuurder centraal
In tegenstelling tot de Renault 5 Prototype heeft de Alpine A290_B direct een interieur, al moeten we daarbij aantekenen dat het niet bepaald productierijp is. Het gaat er behoorlijk extreem aan toe. De Alpine A290_B heeft een heuse McLaren F1-achtige stoelconfiguratie, met een centraal voorin geplaatste racekuip voor de bestuurder en schuin erachter twee zitplaatsen voor eventuele passagiers. ‘Toeschouwers’ noemt Alpine de passagiers, want ‘de bestuurder staat centraal en die kan laten zien wat-ie in huis heeft’.
Dat de bestuurder centraal staat, blijkt onder meer uit de verlichte rode lijn die van voren tot achteren over het midden van de auto loopt en ook deels in het interieur doorgaat. Het dashboard – als je het zo nog kunt noemen – steekt overigens samen met het onderste deel van de voorruit bijzonder ver uit in de neus van de auto. Vanboven moet het dashboard daardoor doen denken aan de voorvleugel van een Formule 1-auto.
Het echte werk
Van het behoorlijk extravagante interieur zien we op de productieversie niets of nauwelijks iets terug. De buitenkant is, zo verzekert Alpine ons, wél heel productierijp. Denk hier en daar wat kleine details weg en je hebt Alpines variant van de nieuwe Renault 5 voor je. Helaas laat Alpine vooralsnog niet heel veel los over wat er onder de opvallende koets gebeurt. Wel weten we dat deze concept-car 4,05 m lang, 1,85 m breed en 1,48 m hoog is en op hetzelfde platform staat als uiteraard de Renault 5 en ook de nieuwe Renault 4. Verder verklapt Alpine alvast dat het productiemodel een vorm van torque vectoring krijgt. Op de voorwielen, want het wordt net als de Renault 5 een voorwielaandrijver. De productie-A290 krijgt verder een multi-link-achteras en Brembo-remmerij met vier zuigers per remklauw. En het vermogen dan? De rijdende (!) conceptauto heeft, zo begrijpt AutoWeek van Alpine, twee elektromotoren voorin liggen die waarschijnlijk richting de 500 pk aan elektrogeweld op de voorwielen loslaten. Eerder liet Alpine al eens los dat het productiemodel grofweg 220 pk sterk wordt en één elektromotor heeft. Volgend jaar kunnen we dat al aan den lijve ondervinden, want net als de nieuwe Renault 5 verschijnt de Alpine A290 in 2024.