Al in oktober stemde het Europees Parlement in met een voorstel om onder meer de Europese laadinfrastructuur te verbeteren. In het plan staat onder meer dat er vanaf eind 2027 langs alle Europese snelwegen openbare laadstations moeten komen die op een maximale afstand van 60 kilometer van elkaar staan. In het eerdere plan stond dat dit vanaf 2030 zo zou moeten zijn. Daarnaast moet er eind 2027 uiterlijk elke 200 kilometer een waterstofvulpunt voor gasvormige waterstof te vinden zijn. In het aanvankelijke voorstel zou ook elke 400 kilometer een vulpunt voor vloeibare waterstof moeten komen, maar daar lezen we nu niets over terug. Bij waterstofauto’s als de Toyota Mirai en Hyundai Nexo tank je waterstof als gas. Vandaag hebben verantwoordelijke ministers van de EU-lidstaten zich over het plan gebogen en hebben een laatste klap op het voorstel gegeven. De plannen worden doorgezet.
Wat zit er nog meer aan te komen? Nieuwe en gerenoveerde laadpalen moeten klaargemaakt worden voor smart charging en betalen bij de paal moet toegankelijker én transparanter. Zou zou je met onder ook met je bankpas of creditcard moeten kunnen betalen en moet de prijsberekening duidelijker worden weergegeven. Ook zouden laadpalen een noodknop moeten krijgen die direct in verbinding staat met lokale hulpdiensten.
Net als het per 2035 ingaande verbod op de verkoop van niet-CO2-vrije personenauto’s maakt het ‘laadpaalplan’ deel uit van het Fit-for-55-pakket van de Europese Unie dat als doel heeft om de CO2-uitstoot in de EU in 2030 met 55 procent teruggebracht te hebben.
Is het creëren van een fatsoenlijke laadinfrastructuur niet iets dat je aan de markt moet overlaten? Die vraag legden we in oktober voor aan VVD-Europarlementariër Caroline Nagtegaal, medeonderhandelaar op het laadpaaldossier. “Als het gaat om laadpalen, is er sprake van serieuze scheefgroei in Europa. Nederland loopt voorop en in landen als Frankrijk en Duitsland gaat het ook steeds beter, maar in andere landen gaat het minder hard. De voorgestelde hoeveelheid laders is niet optimaal, maar het minimum dat nodig is”, verklaarde Nagtegaal destijds in gesprek met AutoWeek. “De markt moet dit uiteindelijk oppakken, maar tegelijkertijd zien we wel dat wetgeving helpt.”