De Toyota C-HR is met name bekend als hybride, in het begin koos zo’n zo’n 75 procent van de kopers voor deze aandrijflijn. Daarnaast was er tot de facelift in 2020 een conventionele 1,2-liter viercilinder turbomotor met handgeschakelde versnellingsbak en 116 pk vermogen. Maar liefst 49 eigenaren en rijders van een Toyota C-HR lieten een review achter op AutoWeek.nl en voor dit artikel selecteerden we verhalen met een lezerswaardering van 66 procent of hoger. Je leest hier dus niet de béste ervaringen, maar de best opgetekende. Het is toeval dat het hier alleen om auto’s met 1.8 Hybrid (122 pk) en 2.0 Hybrid (184 pk) aandrijflijnen gaat, al zijn deze wel het relevantst.
Toyota C-HR: ruimte en zitcomfort
Wanneer je de Toyota C-HR bekijkt zou je kunnen concluderen dat-ie krap moet zijn. Die aflopende daklijn doet nu eenmaal niet veel goeds. In de praktijk blijkt het met de ruimte behoorlijk mee te vallen. “Been- en hoofdruimte voldoen met mijn 1,90 meter”, schrijft een vrij lange eigenaar. “Ook op de achterbank, alleen met instappen wel goed met het hoofd bukken. Vanaf 1,95 meter wordt het denk ik wel krap met hoofdruimte op achterbank en bijrijdersstoel.”
“Nog even een belangrijk punt voor ons als gezin met drie (puberende) kinderen”, schrijft de eigenaar van en C-HR uit 2019. “En dat is de ruimte voor- en achterin. Mijn vrouw en ik zijn rond de 1,80 meter. Mijn oudste zoon is mij al voorbij, dus voldoende ruimte achterin is een vereiste. Ondanks het schuin aflopende dak kan ook mijn zoon prima zitten, zowel qua knie- als hoofdruimte. Ook met zijn drieën kunnen ze nog fatsoenlijk zitten, maar drie volwassenen langere tijd achterin gaat wat lastig worden.”
Met de ruimte zit het wel goed, al lijkt de perceptie van deze ruimte een ander verhaal. “Het gevoel van weinig ruimte komt voornamelijk door de getinte ramen en dat de achterbank ter hoogte van de achterste stijlen is geplaatst”, schrijft de bezitter van een vroege C-HR First Edition uit 2016. “Je kan niet makkelijk wegkijken, waardoor dit gevoel ontstaat.”
De Toyota C-HR – pre-facelift – maakte in 2017 deel uit van onze duurtestvloot.
Weggedrag Toyota C-HR
Schrijf je over een moderne Toyota, dan is het moeilijk om voormalig Toyota-topman Akio Toyoda en zijn uitspraak ‘no more boring cars’ níet te noemen. De inmiddels wat sleetse quote ten spijt, deze C-HR is mooi wél aan deze filosofie ontsproten. Dat merken gebruikers niet alleen aan het design, maar ook aan het weggedrag. “De auto heeft 122 pk, dat is niet veel voor z’n zware auto, maar alsnog vind ik hem vlot zat. Ik heb immers de hybride gekozen met het idee om zuinig te rijden”, aldus de eigenaar van een exemplaar uit 2019. “Alsnog heeft de auto een bijzonder goed onderstel dat soms wel eens snakt naar 100 pk meer. Op hogere snelheden gaat de C-HR erg strak door de bocht en ervaar ik weinig rol.”
Het wordt beaamd door een bestuurder van het eerste uur. “Het sportieve onderstel nodigt uit om de bochten net even iets sneller te nemen dan nodig is.” Dat doe je natuurlijk niet alleen voor je plezier: “Dit heeft als voordeel dat er ook brandstof wordt bespaard, doordat je nu minder energie nodig hebt om weer op snelheid te komen.”
De C-HR gedraagt zich dus vrij sportief, maar is volgens bestuurders comfortabel genoeg. Wel merken meerdere rijders op dat de auto op snelwegtempo niet de stilste is. “In de stad en op binnenwegen kan men korte afstanden grotendeels en vrij stil elektrisch rijden, op snelwegen boven de 110 km/u komt er toch veel wind- en weggeluid binnen door de beperkte isolatie”, noteert de eigenaar van een 1.8 Hybrid uit 2018. Eigenaren van een 2.0 Hybrid, die na de facelift in 2020 leverbaar werd, merken een flinke afname van rijgeluiden. Een eigenaar die de upgrade van 1.8 naar 2.0 Hybrid maakte schrijft: “De auto is een stuk stiller en dat zal, naast de zwaardere motor, ook met de betere isolatie te maken hebben.”
Hybride aandrijflijn
Niet alleen weg- en windgeluiden zijn aanwezig, ook de motor laat zich graag horen. “De C-HR bevalt nog steeds prima. Ik kan alleen nog steeds niet echt wennen aan het brullen van de motor wanneer je echt gas geeft”, vindt de eigenaar van een C-HR 1.8 Hybrid Premium. “De Toyota heeft 122 pk in de sportmodus, maar je merkt gewoon dat de auto met een gewicht van 1.500 kg het er moeilijk mee heeft”, ervaart een ander. “Je moet hem bijna plankgas intrappen om een beetje koppel en vermogen te krijgen om bijvoorbeeld de snelweg op te rijden. En dat hoor je. Een hoop gebulder om een beetje op snelheid te komen.” De 2.0-rijder is weer in het voordeel: “Wat is het toch een fijne auto, met altijd meer dan voldoende vermogen beschikbaar. Bij de tolpoortjes wegrijden met even een flinke dot gas blijft genieten. Ook heuvelop blijft de motor veel rustiger dan bij de C-HR 1.8.”
Infotainment en bediening
Dat Toyota niet uitblinkt in infotainmentsystemen zagen we al eerder bij de RAV4. Ook het systeem van de C-HR ontvangt de nodige kritieken. “Het infotainment/navigatie/radiosysteem werkt gewoon te traag en reageert niet zo snel zoals je zou willen”, meldt een eigenaar. “De auto is van November 2018, maar de navigatie is 3 jaar oud. Gewoon jammer.” Hij deelt de ervaring met meerdere chauffeurs: “Het infotainmentsysteem is erg gedateerd. Alles werkt, maar daar is ook alles mee gezegd. Voor een auto van 36.000+ euro had Toyota hier wel wat meer moeite in mogen steken.”
En, jawel, daar is de 2.0 Hybrid-rijder weer: “De multimedia bij de vorige C-HR vond ik altijd wat traag bij het opstarten, maar het is nu een stuk sneller geworden. Met Android Auto erbij is het helemaal top.” De eigenaar van eveneens een exemplaar van na de facelift deelt dezelfde ervaring. “De navigatie werkt eenvoudig en snel en is thuis te updaten. Het scherm is op een goede manier drukgevoelig. Je hoeft niet te hard, maar ook niet te zacht te drukken.” Hij stipt nog een voordeel aan: “Voor de belangrijke functies is er nog steeds sprake van fysieke knoppen. De knoppen voelen ook niet goedkoop aan. De blauwe binnenverlichting stoort niet tijdens het rijden en ziet er goed uit.
Storingen en irritaties
Echt grote problemen kent de C-HR niet. Het meest voorkomende issue blijkt de DAB-ontvanger. Het digitale radiosignaal valt bij veel gebruikers weg en de als oplossing aangeboden externe antenne biedt geen soelaas. Bij in ieder geval één auto was er een externe oorzaak aan te wijzen: “Het wegvallende signaal bleek te worden veroorzaakt door de 12v naar 5v USB-voeding van de door Toyota geleverde dashcam, die overigens gewoon van een (inferieure) Chinese kwaliteit blijkt te zijn. Deze oorzaak heb ik overigens zelf moeten vinden. Mijn dealer heeft wel zonder discussie een andere, wel werkende voeding ingebouwd, sindsdien heb ik perfecte ontvangst.” Net als bij de RAV4 kreeg één C-HR-rijder te maken met een lege 12 volt boordaccu, waardoor de auto niet wilde starten.
De Toyota C-HR is een groot succes, en als we eigenaren mogen geloven is dat niet voor niets. De auto blijkt ruimer dan hij oogt en rijdt voorbeeldig. Wel is er sprake van wind- en motorgeluiden, met name bij de 1.8 Hybrid en exemplaren van voor de facelift. Na de facelift blijkt niet alleen de isolatie verbeterd, ook het infotainmentsysteem leidt niet meer tot irritatie. Als Toyota deze lijn doorzet lijkt ook voor de nieuwe C-HR een glansrijke carrière weggelegd.