DeLorean DMC-12 populairder dan ooit, 160 in Nederland, club telt 35 leden

Een bijna surrealistische aanblik als we op deze zaterdagochtend arriveren bij DeLorean Europe in Hem. Daar waar één enkele DMC-12 nog altijd een immense koppendraaier in het verkeer is, tellen we nu zomaar tien tot vijftien van die vleugeldeurvoertuigen. Achteloos geparkeerd voor het pand van Ed Uding, alsof het niets is. Uiteraard allemaal in de roestvrijstalen ‘grondkleur’, op één rood exemplaar na. Een zeldzame originele of naderhand gespoten? Juist als we hiervoor op onderzoek willen uitgaan, opent Ed zijn deuren en dromt iedereen – van jeugdige fans tot bijna-look-a-likes van de maffe uitvinder dr. Emmett Lathrop ‘Doc’ Brown uit de Back to the Future-filmtrilogie – naar binnen.

Daar is het eveneens een en al DMC-12 wat de klok slaat. In de werkplaats staan meerdere auto’s in verschillende stadia van afbraak en opbouw, maar de ruimte erachter slaat werkelijk alles: genoeg motorblokken, versnellingsbakken, klokkenwinkels, uitlaten, wielen, meubilair, sturen, portieren en ander plaatwerk om er nog eens hetzelfde aantal auto’s van te bouwen als de verzameling die buiten na de zonnige rit staat na te dampen. Tijd daarvoor heeft onze gastheer echter niet. “Voor grote projecten geldt inmiddels een wachttijd van acht maanden”, vertelt Ed, die min of meer per toeval in het DeLorean-wereldje is terechtgekomen. Je kon het lezen in AutoWeek Classics 13 van 2021. Voor wie deze editie heeft gemist, hier nog een korte samenvatting: “In 1998 kocht ik in Philadelphia een DMC-12 die ik naar ons land haalde. Helaas begaf al snel de koppeling het, en omdat het een auto betrof die hier nooit officieel was geleverd, durfde geen garage het aan om hem te repareren. Omdat ik zelf de nodige sleutel­ervaring met racemotoren had, heb ik de klus daarom zelf ter hand genomen.”
In december is Rick Nicolaas lid geworden van de DeLorean Club Nederland, maar een DMC-12 had hij nog niet. Vandaag is hij aanwezig om een te koop staand voormalig Fins exemplaar te bekijken.
In de jaren 90 kocht je Dolorean DMC-12 makkelijk
Dat deed Ed met succes, wat niet onopgemerkt bleef: hij maakte kennis met Mario Perotti, ook een DMC-12-eigenaar. “Midden jaren 90 werkte ik in de VS en las daar over John DeLorean”, aldus Mario, die erbij is komen staan “Zijn idee een auto te bouwen die een leven lang mee moest gaan, fascineerde mij. Tot mijn vreugde las ik ergens in een advertentie dat er in New York een te koop stond; een gloednieuw exemplaar zelfs. Ik bellen, zegt de verkoper: ‘Welke had u gewenst? We hebben er hier namelijk 18 staan!’ Tja, in die periode was het al lang over en uit voor DeLorean en werden met veel pijn en moeite de laatste auto’s aan de man/vrouw gebracht. Dat had ik niet meteen zien aankomen, maar ik had wel mooi mijn eigen, vrijwel nieuwe DMC-12.”
Mario Perotti die de Nederlandse club voor de DeLorean DMC-12 oprichtte.
DeLorean Club Nederland bestaat al meer dan 20 jaar
Lang verhaal kort: beide mannen bundelden hun krachten en richtten – meer dan 20 jaar geleden alweer – samen met nog een derde DMC-12-eigenaar, Roland van Vliet – de DeLorean Club Nederland (DCN) op. De club telt 35 leden, en er zijn zelfs 160 DMC-12’s in Nederland. Inmiddels is Ed geen bestuurslid meer, want te druk, maar zijn expertise is nog immer onontbeerlijk voor de vereniging. “Er zijn nu ongeveer 160 DeLoreans in Nederland, maar over de DMC-12 is weinig kennis voorhanden. Daarvoor moet je bij de DCN zijn of bij Ed”, verklaart Mario. Vandaag worden de krachten gebundeld, want bij Ed vindt er een technische meeting van de DCN plaats. “Dat is niet zozeer een sleuteldag, maar meer een bijeenkomst met verschillende workshops. Het opdoen van technische kennis én de gezelligheid, daar gaat het om”, aldus de voorzitter. Omdat wij in de eerdere Klokje Rond Classics-video  niet zozeer de focus op de Nederlandse DeLorean-eigenaren hebben gelegd, laten we hier een aantal ‘gevleugelde’ landgenoten aan het woord, want wie rijdt nu zo’n DMC-12? Vooral filmfans of toch liefhebbers van exotische sportwagens? Aan de uitstraling van de eerste persoon die we aanschieten, denken we met een Back to the Future-adept van doen te hebben: enorme bos wit haar, blauw spiegelende brillenglazen, uitbundige sjaal … Alsof de Amstelveense Han Bulterman zó van het witte doek is gestapt.
Han Bulterman en zijn echtgenote Bastiana bij hun DeLorean DMC-12.
Niets is echter minder waar, want hij heeft zijn DMC-12 juist om praktische overwegingen aangeschaft. “Toen ik met pensioen ging, wilde ik graag een bijzondere sportwagen. Maar welke ik ook probeerde – Alfa Romeo, Austin-Healey, Jaguar, Porsche – nergens paste ik met mijn 1,95 meter in. Tot ik het verhaal van John DeLorean las: met zijn eveneens bijna 2 meter lengte wilde hij een sportwagen waarin ook langere mensen comfortabel konden zitten. Dat bracht mij op het spoor van een DMC-12. Zes jaar geleden stond er een te koop op Marktplaats. Het was geen totale catastrofe, maar de restauratie was niet goed uitgevoerd. Zo was de elektronica verwaarloosd. Met behulp van Ed heb ik hem zelf helemaal weer in orde gemaakt en sindsdien rijden mijn echtgenote Basiana en ik met veel plezier in de ZT-77-HR. Onderweg hebben we veel bekijks en aanspraak, vooral van kinderen en – opmerkelijk genoeg – Polen. Bij een tankstation kreeg ik eens het aanbod onze DeLorean te ruilen tegen een Fisker Karma! Dat deed ik niet. Deze auto is net een rijdend museum, overigens wel een van het gevoelige type. We rijden jaarlijks zo’n 7.000 kilometer en inmiddels heb ik hem al vier keer terug naar de garage moeten duwen en ook is hij al eens opgehaald door de Wegenwacht.” Dat weerhoudt Han niet trots op zijn auto te zijn en dat deelt hij ook graag, want plots blijkt hij te zijn verdwenen. “Hij rijdt in de buurt wat rondjes met jonge DeLorean-fans”, horen we. En inderdaad: even later rijdt hij het terrein weer op. Nadat het rechterportier omhoog is geklapt, komt een jonge jongen met rode koontjes van opwin­ding naar buiten gestapt.

Marty McFly
Als we hem even later aanspreken, blijkt dat zijn moeder min of meer verantwoordelijk is voor zijn aanwezigheid. “Zij gaf mij ooit een Back to the Future-dvd, die ik vaak heb afgespeeld. Ik ben een groot fan van die film, heb speciaal vandaag mijn Marty McFly-kleding aangetrokken en vond het ritje in een echte DeLorean helemaal te gek”, blikt de 12-jarige Bastiaan Quellhorst uit Sliedrecht nog niet helemaal down to earth terug. Een andere fan van de sportieve vleugeldeur is Rick Nicolaas. Al een poosje zinspeelt hij op het kopen van een exemplaar. Vandaag is hij vanuit Den Haag naar Hem afgereisd om een voormalige Finse DMC-12 uit de voorraad van Ed te bekijken. “De eerste stap heb ik al gezet, want in december 2021 ben ik lid geworden van de DCN.” Goed, nu de tweede stap: de daadwerkelijke aanschaf. Want als je een naam draagt die verdacht veel lijkt op die van de Goedheiligman, dan mag je jezelf toch ook wel eens trakteren? Maar helaas: als we enkele weken later contact met Rick hebben, blijkt dat zijn huisje is overgeslagen: “Ik heb besloten om nu niet tot de aankoop van een DeLorean over te gaan. Wellicht later.”

Misschien moet Rick eens gaan praten met het echtpaar Zwart uit Middenmeer. Sipko en Angelique rijden inmiddels drie jaar DMC-12, nadat ze twee jaar daarvoor hun roestvrijstalen sportwagen op de kop hadden getikt. Sipko: “Hobbymatig repareerde ik boten toen ik op gegeven moment een replica van een Lamborghini Countach zag. Die auto bleek weinig soeps, maar mijn belangstelling voor bijzondere vierwielers was gewekt. Het is toch wat anders dan een boot! Op Marktplaats kwam ik deze DMC-12 tegen. Het bleek een Amerikaanse braadlap te zijn, maar omdat ik klussen leuk vind, heb ik hem toch gekocht. Aan de hand van Ed heb ik alles zelf gedaan, op de voorruit na.” “Want die hebben we samen geplaatst”, vult Angelique aan. De echte­lieden rijden zoveel als mogelijk is met de Noord-Ierse Amerikaan, “maar enkel met mooi weer, want je kunt hem niet door de wasstraat halen”, aldus Sipko, die het lijnenspel het mooiste vindt. “Voor mij zijn het de vleugeldeuren”, meent zijn eega.

Workshops tijdens de sleuteldag
Dan gaan we weer snel naar binnen, want de volgende workshop kondigt zich aan. Nadat Ed al de elektrische raambediening heeft behandeld – “Als je ‘tik, tik, tik’ hoort, is het einde nabij” – en de brandstoftank – “Amerikaanse benzine is anders dan de brandstoffen hier. Het kan daarom voor­komen dat er na verloop van tijd ‘dropwater’ in de tank zit: een stroperig mengsel van benzine en afgebrokkelde onderdelen” – gaat het over torsiestaven, het juist afstellen en afhangen van de portieren en tot slot het onderstel, waarvan de Y-draagbalk “van zeewaterbestendig materiaal is gemaakt”. De bezoekers kijken, luisteren, stellen vragen, maken foto’s en mogen van Ed zelf zaken proberen. Maar bovenal is deze door lockdowns meermalig uitgestelde bijeenkomst een mooi moment om bij te praten, elkaars auto’s te bewonderen, tips uit te wisselen en uitleg te geven. Dan blijkt dat de rode DMC-12 die we bij aankomst spotten, niet origineel is, maar later overgespoten. Toch jammer, het doet wat afbreuk aan het unieke karakter van Johns geesteskind dat 40 jaar na dato nog springlevend blijkt te zijn, vooral in ons nuchtere kikkerlandje!

Lees hier het gehele bericht